5
DIGITAL VIDEO
Digital Video (DV) is een videoformaat dat in 1996 werd geïntrodu-
ceerd. Het formaat codeert video op een magneetband in een
digitaal formaat met DCT-compressietechniek. De DV-tape bestaat
in 2 formaten: MiniDV en DV. Beide slaan de video-opname op met
25 Megabit per seconde, wat ongeveer overeen komt met 3,6
Megabyte per seconde. De opslagcapaciteit van de MiniDV-
cassettes ligt rond de 12,66 Gigabyte voor een 60 minutencassette.
MiniDV en DV verschillen alleen qua behuizing en tapelengte. De
beeldkwaliteit hangt af van de camera. DV-camera's zijn te vinden
met 1 en met 3 CCD. Bij de 3 CCD-typen is de beeldkwaliteit, met
name in zeer lichte en zeer donkere omstandigheden, significant
beter. De compressietechniek maakt gebruik van DCT (Discrete
cosinustransformatie) maar is speciaal aangepast voor opslag op
magneetband. Het beeld is opgedeeld in macroblokken, elk
bestaande uit 4 DCT blokken. Verder worden 6 macroblokken,
genomen uit ver uit elkaar liggende plaatsen in het beeld,
gecodeerd in een constant aantal bits. Ten laatste wordt elke
macroblok vrijwel geheel afgebeeld op een sync-blok op de band.
Dit alles maakt het mogelijk te kunnen zoeken (vooruit en achteruit
met hoge snelheden) alsook fouten op de band vrijwel onzichtbaar
te kunnen herstellen.
DIGITALISEREN
Het capturen van analoog materiaal.
DIRECT GELUID
Geluid dat gelijktijdig met de beeldopname is opgenomen.
DIRECTOR OF
PHOTOGRAPHY
Hoofd van de camera-afdeling.
DIRECTOR'S CUT
Een filmmontage zoals de regisseur hem gewild had.
DRAAIBOEK
Schriftelijk uitgewerkt scenario, waarin de inhoud en de technische
gegevens voor het opnemen van een film zijn vastgelegd. Het draai-
boek bevat een volgorde van alle spelelementen, aanwijzingen voor
de plaat(sen) van handeling, regie-aanwijzingen, decors, rekwisie-
ten e.d. Bovendien geeft het draaiboek aanwijzingen voor de
camera-instelling, de belichting en het geluid.
DRIEPUNTS-
BELICHTING
Meest voorkomende belichting van personen met key(hoofd), fill
(invulllicht) en back (tegenlicht).
DVCAM
Een  DV-signaal op een breder en sneller bandspoor; bij DVCAM
50% bredere en een 30% hogere bandloopsnelheid dan bij stan-
daard DV. Hierdoor wordt de kans op drop outs sterk verkleind. Er
worden grote cassettes gebruikt met langere opnameduur. Tevens
hebben de DVCAM-camera’s grotere CCD’s (1/2 of 2/3 inch) en is
de audio uitrusting van het XLR-type. DVCAM is een door Sony
ontwikkelde professionele variant voor het DV-formaat.
Volgende pagina Volgende pagina Terug naar Filmtermen Terug naar Filmtermen